Paso San Francisco

Iets meer dan 450 kilometer ligt er tussen ons en het volgende stadje als we Fiambalá uit fietsen. Onze tassen gevuld met eten en flessen vol met water. Verschillende hoge passen moeten we bedwingen met als hoogste Paso San Francisco op 4774 meter hoogte. Adembenemend; letterlijk.
De wind is onze grootste vijand op dit stuk; vol in het gezicht en ontzettend krachtig. We gaan langzaam, erg langzaam… We startten op 1500 meter en de top van Paso San Francisco bereiken we 3,5 dag later. Een van dagen moeten we al rond het middaguur stoppen, bij een refugio, omdat de wind simpelweg te sterk en te koud is. Zelfs wandelen is een ware marteling met de ijzige wind. Het is afzien; rode wangen, tranende ogen en zand in onze gezichten. Het voelt als duizenden naaltjes.



We zwoegen verder, en uiteindelijk moeten we toch echt met de fiets aan de hand en kop naar beneden de fietsen duwen.. bocht voor bocht, meter voor meter. Eindelijk bereiken we de top van de pas, ik kan nauwelijks normaal ademen, het is ijzig en guur en ver onder nul graden… tot ons geluk staat er een refugio op de top, zodat we uit de wind iets kunnen eten. Binnen kookt Elmar soep voor ons, zodat we wat op kunnen warmen voor de afdaling. Lang kunnen we hier niet blijven, want we willen lager slapen dan de pas en de keiharde tegenwind en het slecht wegdek maken het niet makkelijker. M’n vingers zijn gevoelloos van de kou en we stoempen verder, om zoveel mogelijk meters te maken voor de nacht valt.





“It’s not the mountain we conquer, but ourselves.” – Sir Edmund Hillary






Geef een reactie